Eiwit van eigen grond of uit de buurt

De zuivelsector wil een grondgebonden sector zijn en blijven. Dat is belangrijk voor de melkveehouderij, de leefomgeving en de samenleving. Een grondgebonden melkveebedrijf beschikt over voldoende grond en benut de mest optimaal zodat het gras en andere voedergewassen voor het vee kunnen groeien. Zo wordt de kringloop gesloten.

Om dat te bereiken gaat de Duurzame Zuivelketen uit van het rapport Grondgebondenheid als basis voor een toekomstbestendige melkveehouderij dat de onafhankelijke Commissie Grondgebondenheid in 2018 op verzoek van LTO Nederland en de NZO uitbracht.

Draagvlak samenleving

De visie op een grondgebonden melkveehouderij is de manier voor de sector om toekomstbestendig te blijven met draagvlak van de samenleving. Het telen van gras en voedergewassen en het optimaal benutten van mest daarvoor op het eigen bedrijf en in de nabije omgeving, waar mogelijk in samenwerking met andere sectoren als de akkerbouw, dragen bij aan het sluiten van kringlopen, het beperken van emissies en de zorg voor de bodem. Grondgebondenheid is daardoor randvoorwaardelijk voor de realisatie van andere duurzaamheidsdoelen en sluit aan bij de kringloopvisie van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Door de implementatie van het advies Grondgebondenheid als basis voor een toekomstbestendige melkveehouderij wordt toegewerkt naar de verankering van grondgebondenheid. Aan de hand van een op te stellen plan van aanpak zal het advies integraal worden geïmplementeerd, samen met de in het advies benoemde partners die nodig zijn voor deze realisatie.

Vier bouwstenen van grondgebondenheid

  1. Minimaal 65% van het eiwit in het rantsoen van de koe moet afkomstig zijn van eigen grond of de directe omgeving van de melkveehouder. Dat betekent dus dat elk melkveebedrijf grotendeels moet kunnen voorzien in zijn eigen eiwitbehoefte.
  2. Om lokale ruwvoer-mestkringlopen te realiseren, kan een melkveehouder een buurtcontract afsluiten met een andere agrariër binnen een straal van 20 kilometer over de levering van voer en de afzet van mest. Alleen als de veehouder tenminste 50 procent van zijn ruwvoerbehoefte van eigen grond kan halen, is het mogelijk om een buurtcontract af te sluiten.
  3. Voor het grondgebonden karakter van een melkveehouderij is een voldoende grote huiskavel met gras nodig. Dit faciliteert weidegang en geeft een aantrekkelijk beeld van de melkveehouderij in het karakteristieke Nederlandse cultuurlandschap. De veebezetting van een melkveebedrijf in 2025 mag niet meer dan 10 melkkoeien per hectare beweidbare huiskavel zijn.
  4. Door een hogere zelfvoorzieningsgraad in eiwit neemt de behoefte aan de import van eiwitrijke grondstoffen zoals soja en palmpitten sterk af. Dat betekent minder afhankelijkheid van de wereldmarkt en minder druk op natuur in Zuid-Amerika en Zuidoost-Azië. In 2025 dient de import van deze grondstoffen voor gebruik in melkveevoeders met 2/3 te zijn gedaald.

In onderstaande video wordt uitgelegd wat het advies van de Commissie Grondgebondenheid inhoudt.

Doelen 2030

In 2025 is de melkveehouderij grondgebonden conform advies van de commissie Grondgebonden Melkveehouderij.

Eiwitbehoefte

  • Elk bedrijf is grotendeels zelfvoorzienend.
  • 65% eiwit van eigen grond of uit de buurt.
    (op basis van voortschrijdend 3-jaar gemiddelde). 

Lokale kringlopen

  • Eiwit van eigen grond (of uit de buurt) en mest op eigen grond (of in de buurt).
    • Op basis van buurtcontracten binnen straal van 20 km (mits 50% zelfvoorzienend).

Huiskavel met gras

  • Voldoende grote huiskavel voor weidegang.
    • Maximaal 10 melkkoeien per hectare op beweidbare huiskavel.

Op basis van toename productie eiwit van eigen grond of uit de buurt zal import van eiwitrijke grondstoffen sterk afnemen

  • Minder afhankelijk van import eiwitrijk krachtvoer (soja, palmpitten).
  • Tweederde minder import en opzetten certificeringssysteem.

Resultaat

Wageningen Economic Research stelt jaarlijks rapportages op om de voortgang rond realisatie van de doelen te monitoren. U vindt de meest actuele resultaten rond ‘Grondgebonden melkveehouderij’ bij de Deelrapportages.

Bekijk de Deelrapportages

Werkwijze

  • Er wordt gewerkt aan een Plan van Aanpak met betrekking tot de implementatie van het Advies van de Commissie Grondgebonden Melkveehouderij, inclusief een uitrolprogramma richting 2025.
  • Alle melkveehouders hebben inzicht in het aandeel eiwit van eigen land in de dashboard milieu en klimaat in de omgeving van de KringloopWijzer.
  • Met de WUR is bezien hoe we het aandeel eiwit van eigen land beter kunnen berekenen. Over 2021 wordt in de KringloopWijzer gerekend met het aandeel eiwit van eigen land in het rantsoen.
  • Het eiwitmanagement op melkveebedrijven naar een hoger plan brengen is het doel van het project Home Made Eiwit. Minder import van soja vanuit overzeese gebieden is een belangrijke doelstelling voor de NL-zuivelketen. Dat kan door een hogere eiwitproductie, maar vooral door een betere benutting van het eiwit wat op eigen land geproduceerd wordt. Samen met een groep praktijkbedrijven is een spoor ingezet om de eiwit import en eiwit aanvoer naar het melkveebedrijf te verlagen.
  • Met het ministerie van LNV wordt bekeken hoe het (nieuw) mestbeleid kan faciliteren in de realisatie van buurtcontracten.
  • Diverse ondernemingen stimuleren op het aandeel eiwit van eigen land.
  • Het aandeel eiwit van eigen land is onderdeel van de biodiversiteitsmonitor.
  • In een pilot met het Kadaster is gekeken naar beschikbaarheid van huiskavel t.b.v. grondgebondenheid en mogelijkheden daartoe.
  • Met rijk en provincies wordt gekeken hoe de beschikking over huiskavel kan worden gefaciliteerd.