Naar een energieneutrale melkveehouderij in 2030

De Duurzame Zuivelketen werkt aan een reductie van broeikasgassen, productie van duurzame energie en vermindering van energiegebruik. De voortgang van de sector wordt onafhankelijk gemonitord door Wageningen Economic Research.

In het plan Klimaatverantwoorde zuivelsector in Nederland juni 2018 staat beschreven dat LTO, NMV, NAJK en NZO mogelijkheden zien voor een reductie van 1,6 Mton CO2-eq. in 2030 t.o.v. bestaand beleid onder andere door:

  • 0,8 Mton CO2-eq. methaanreductie door maatregelen op het gebied van dier, voeding, mestopslag en bemesting;
  • 0,6 Mton CO2-eq. reductie door energiebesparing en productie van duurzame energie; en
  • 0,2 Mton CO2-eq. reductie door maatregelen op het gebied van landgebruik.

Realisatie hiervan zal samenwerking vragen van alle partijen in de zuivelketen, overheden, bedrijfsleven, retail en maatschappelijke organisaties. De in het plan beschreven doelen en aanpak zijn tevens de doelen van de Duurzame Zuivelketen.

De inzet van de zuivelsector is integraal onderdeel van en draagt bij aan de taakstelling van het Klimaatakkoord voor landbouw en landgebruik: reductie van 3,5 Mton CO2-eq. ten opzichte van bestaand beleid.

Subthema’s

  • Broeikasgasreductie in de hele zuivelketen (melkveebedrijf plus aanvoer plus transport naar productielocaties)
  • Energieneutrale melkveehouderij
  • Energiezuinige zuivelverwerking en transport

Doelen 2030

Broeikasgasreductie in de hele zuivelketen in 2030 t.o.v. bestaand beleid

  • 0,8 Mton CO2-eq. methaan (taakstellend)
  • 0,2 Mton CO2-eq. bodem

aanvullend:

  • 0,6 Mton CO2-eq. energie
  • 1,0 Mton CO2-eq. buiten Nederland (indicatief)

Het betreft broeikasgasreductie in de gehele zuivelketen, waarbij ook voer, kunstmest, energieverbruik­ en energieopwekking integraal onderdeel zijn.

Onder randvoorwaarden en rollen en verantwoordelijkheden van alle stakeholders zoals vastgelegd in het plan Klimaatverantwoorde zuivelsector in Nederland (december 2018).

Energieneutrale melkveehouderij

  • Energieneutraal in 2030

Energiezuinige zuivelverwerking en transport

  • 3% besparing per jaar

Resultaat

Wageningen Economic Research stelt jaarlijks rapportages op om de voortgang rond realisatie van de doelen te monitoren.
U vindt de meest actuele resultaten rond ‘Klimaatverantwoorde zuivelsector’ bij de Deelrapportages.

Bekijk de Deelrapportages

Werkwijze

Broeikasgasreductie in de gehele zuivelketen

Aanpak in de sector
De zuivelsector (LTO, NMV, NAJK en NZO) heeft het plan Klimaatverantwoorde zuivelsector in Nederland (december 2018) opgesteld in het kader van het Klimaatakkoord. In dit plan staan de doelen en aanpak beschreven ten aanzien van de broeikasgasreductieopgave. Uitvoering van dit plan, samen met de daarin benoemde ketenpartners en stakeholders met ieder een eigen rol en verantwoordelijkheid is integraal onderdeel van de doelen en aanpak van de Duurzame Zuivelketen.

De hele zuivelketen zet zich in voor de reductie van broeikasgassen, waarbij ook voer, kunstmest, energieverbruik en -opwekking integraal onderdeel zijn. Iedere melkveehouder kan een bijdrage leveren aan broeikasgasreductie, maar zal dat doen op de manier die bij zijn bedrijf en omgeving past. De komende tijd zal het palet aan broeikasgas reducerende maatregelen verder uitgewerkt worden voor melkveehouders. Met de klimaatmodule en de beslistool broeikasgassen krijgen melkveehouders inzicht in hun footprint en met welke maatregelen deze verlaagd kan worden, passend bij de bedrijfsstrategie en in samenhang met andere duurzaamheidsdoelen. Ook de industrie neemt haar verantwoordelijkheid door reductie van het gebruik van fossiele brandstoffen.

De zuivelsector ziet mogelijkheden voor een reductie van broeikasgassen in 2030 onder andere door:

  • Maatregelen op het gebied van Dier en Voeding en Mestopslag en Bemesting: 0,8 Mton CO2-eq. in methaan.
    Te denken valt aan levensduurverlenging, aanpassing samenstelling van voer, additieven en verbetering van de ruwvoerbenutting, methaanoxidatie buitenopslag en monomestvergisting.
  • Maatregelen op het gebied van Gewas en Bodem: 0,2 Mton CO₂-eq. Energiebesparing en productie van Duurzame Energie: 0,6 Mton CO₂-eq. op het melkveebedrijf.
    Te denken valt aan minder scheuren van gras, verbetering van gewasrotatie, vangewas via inzaai na oogst of via onderzaaien, het vervangen van een deel van het gras door klaver teneinde kunstmest te verminderen. voorkoelers, frequentieregelaars en verlichting, zon-PV en windmolens.
  • Mindere afhankelijkheid van de import van eiwitrijk krachtvoer (soja en palmpitten) als gevolg van de implementatie van de aanbevelingen van de Commissie Grondgebondenheid, leidt tot een additionele reductie van broeikasgassen in het buitenland. Deze klimaatwinst in het buitenland wordt ingeschat op ca 1 Mton CO₂-eq. in 2030.

 

Energieneutrale melkveehouderij in 2030

Aanpak in de sector

  • Opwekking van energie (zonder verdringing van voedselproductie) door inzet van zonnepanelen op staldaken, kleinschalige windmolens en monomestvergisting.
  • Vermindering gebruik fossiel gas.
  • Energiegebruik en energieopwekking inzichtelijk in klimaatmodule.
  • Voor een toekomstbestendig verdienmodel van een melkveehouder is het van groot belang dat energiebesparing en de productie van duurzame energie worden meegerekend in de klimaatambitie waar de zuivelsector haar verantwoordelijkheid voor neemt.
  • Diverse zuivelondernemingen stimuleren en faciliteren opwekken energie op het melkveebedrijf.

 

Energiezuinige zuivelverwerking en transport

Aanpak in de sector

  • De leden van de NZO hebben een werkprogramma op gebied van milieu en energie vastgesteld voor de periode 2015-2020 voor water, lucht, bodem, afval en energie. De MJA-3 afspraken zijn hier onderdeel van. De realisatie van het werkprogramma wordt onafhankelijk gemonitord.
  • In de energie-efficiencyplannen (EEP’s) heeft de sector toegezegd maatregelen te treffen die voor de huidige deelnemers in 2020 tot een jaarlijkse besparing van 3.493,4 TJ leiden. Na vier jaar bedraagt het jaarlijkse effect van uitgevoerde geplande en aanvullende maatregelen 3.901,3 TJ. Hiermee is 111,7% van de geplande sectordoelstelling gerealiseerd.
  • Het totale werkelijke energieverbruik van de zuivelsector bedroeg 20.178,6 TJ in 2020. Dit is ongeveer 0,1% lager dan in 2019.
  • Alle 42 bedrijven in de zuivelindustrie met een energiezorgplicht hebben een volwaardig energiezorgsysteem geïmplementeerd.

Energiebesparing in het proces
Procesmaatregelen (PE) in 2020 hebben een besparing van 395,6 TJ opgeleverd. De belangrijkste procesmaatregelen zijn:

  • Vernieuwen van fabriek
  • Nieuwe producten verwerken met mechanische damprecompressie
  • Verbeteren van de stoomvoorziening

Energiebesparing in de keten
Ketenmaatregelen (KE) hebben in 2020 een totale besparing van 598,7 TJ opgeleverd. De belangrijkste ketenmaatregelen zijn:

  • Vermindering voedselverspilling door langere houdbaarheid
  • Optimalistaie logistieke routing
  • Energiewinning uit afval

Inzet duurzame energie
De totale inzet van duurzame energie (DE) in de sector bedraagt 6.989,1 TJ in 2020. De belangrijkste duurzame-energiemaatregelen zijn:

  • Inkoop duurzame elektriciteit: Dit is 83,3% van de totaal verbruikte elektriciteit in de sector
  • Gebruik van pyrolyse-olie voor stoomopwekking

Resultaten

Effecten van maatregelen 2020 t.o.v. 2019 2020 t.o.v. 2005
Procesefficiencyverbetering 1,9% 22,7%
Procesefficiencyverbetering [TJ] 395,6 5.085,2
Besparing in de keten [TJ] 138,2 590,7
Duurzame energie [TJ] -136,0  7.040,6

Bron: RVO MJA-Sectorrapport 2020 Zuivelindustrie

Gerelateerd